Zondag 17 november 2019 – 17.00 uur
   Wagner - Die Götterdämmerung
   Deutsche Oper am Rhein - Duisburg (D)
Voorspel
Op de Walkürenrots geven de drie Nornen, dochters van Erda, elkaar de draden door van het Lot. Al wevend vertellen ze over de wereld-es, waaraan zij vroeger hun draden sponnen en hoe Wotan uit een tak hiervan zijn machtige speer sneed. Maar een sterfelijke held heeft deze speer gebroken en Wotan daarmee zijn macht ontnomen. De esboom zelf verdorde en is inmiddels geveld. Het hout liet Wotan naar Walhalla brengen en als een geweldige brandstapel rond de burcht opstapelen.
Samen met de andere goden en de gesneuvelde helden wacht hij daar nu gelaten het einde af. Wanneer dit zal zijn, weten de schikgodinnen niet: hun koord knapt en zij keren terug naar de Oermoeder.
In de ochtendschemering komen Brünnhilde en Siegfried uit hun rotshol tevoorschijn. Hij trekt eropuit om nieuwe heldendaden te verrichten en geeft haar als liefdespand de Ring; zij schenkt hem haar schild en het Walkürenros Grane.
Het orkestrale tussenspel schildert Siegfrieds tocht langs de Rijn waar hem de noodlottige ontmoeting met Hagen wacht. Dit is de zoon die de Nibelung Alberich bij de Gibichungenvrouw Grimhilde heeft verwekt om de ring voor hem terug te winnen. Hagen woont bij zijn halfbroer Gunther en halfzuster Gutrune in de Gibichungenburcht aan de Rijn.

1ste Akte
Gunther vraagt Hagen of hij, Gunther, voldoende aanzien geniet. Hagen antwoordt dat zijn reputatie te wensen overlaat omdat hij niet getrouwd is. Meteen noemt hij een uiterst begeerlijk kandidate: Brünnhilde, die zal toebehoren aan de man die door het haar omringende vuur weet te dringen. Gunther zelf zal hier niet in slagen, maar een zekere Siegfried beslist wel; bovendien zou hij een geschikte echtgenoot voor Gutrune zijn. Een en ander vereist echter wel een list, want Siegfried moet elke vrouw die hij ooit heeft gekend vergeten en vervolgens verliefd worden op Gutrune. Beide kan worden bewerkstelligd door een toverdrank die Hagen kan verschaffen. Gunther en zijn zuster gaan akkoord met dit plan en prompt kondigt Siegfrieds hoorngeschal diens komst aan.
Na een hartelijke ontvangst vertelt Siegfried hoe hij de draak versloeg en van de Nibelungenschat alleen de Ring en de Tarnhelm meenam. Hagen blijkt te weten waartoe deze helm dient, maar hoort tot zijn verbazing dat Siegfried de Ring bij Brünnhilde achterliet. Gutrune reikt Siegfried een welkomstdrank aan waarin Hagens toversap is gedruppeld. Onmiddellijk is Brünnhilde uit zijn geheugen gebannen en dingt hij naar de hand van Gutrune. In ruil hiervoor biedt hij aan voor Gunther ook een vrouw te zoeken. De beschrijving van de door vuur omringde Walkürenrots klinkt hem volkomen nieuw – en allerminst afschrikwekkend – in de oren en hij oppert zelf dat hij de Tarnhelm zal gebruiken om in Gunthers gestalte de maagd te wekken. Ter bezegeling van hun afspraken sluiten Siegfried en Gunther bloedbroederschap. Vervolgens vertrekken ze.
Op de Walkürenrots wordt Brünnhilde – tegen Wotans uitdrukkelijk verbod in – bezocht door haar zuster Waltraute. In Walhalla zit de oppergod met alle andere goden zwijgend op de ondergang te wachten vertelt zij. Alleen als Brünnhilde de Ring aan de Rijndochters teruggeeft, kan dit noodlot worden afgeremd. Brünnhilde weigert afstand te doen van Siegfrieds liefdespand en Waltraute vertrekt onverrichterzake.
Plotseling komt een vreemdeling haar belagen: Siegfried in de gedaante van Gunther. Tijdens een worsteling rukt ‘Gunther’ de Ring van Brünnhilde’s vinger en dwingt haar in het rotshol de nacht door te brengen.
Eenmaal binnen legt hij zijn zwaard Nothung tussen hen in zodat hij Gunthers bruid ongerept mee terug kan nemen.

2de Akte
Terwijl Hagen slapend de wacht houdt voor de Gibichungenburcht, wordt hij bezocht door Alberich die hem laat zweren dat hij de Ring zal bemachtigen.
Siegfried keert terug en nadat Gutrune zich vergewist heeft van de kuisheid van zijn contacten met Brünnhilde, laat zij Hagen de vazallen bijeenroepen om Gunther en diens bruid te verwelkomen.
Als Gunthers boot is aangemeerd, ziet Brünnhilde tot haar ontzetting Siegfried staan die haar wordt voorgesteld als de man van Gutrune. Wanneer hij bovendien de Ring blijkt te dragen, roept Brünnhilde woedend uit dat Siegfried haar ‘liefde en lust’ afdwong. Siegfried blijft volhouden dat hij zijn bloedbroeder Gunther niet heeft bedrogen en Brünnhilde volkomen kuis heeft bejegend.
Door Hagens listig geïnsinueer is inmiddels ook bij Gutrune en Gunther argwaan gezaaid.  Uiteindelijk zweert Siegfried op Hagens speerpunt dat deze hem mag doden als hij de waarheid niet spreekt. Tot ieders verbijstering waagt Brünnhilde het vervolgens om met woorden van gelijke strekking eveneens een eed te zweren.
Als Siegfried en Gutrune zich hebben teruggetrokken, fluistert Hagen zowel Brünnhilde als Gunther in dat Siegfried gedood moet worden. Omdat beiden menen dat Siegfried hen inderdaad heeft bedrogen, gaan zij akkoord. De vraag is echter hoe dit moet gebeuren. Zijn rug is de enige kwetsbare plek onthult Brünnhilde. Afgesproken wordt dat Siegfried de volgende dag tijdens een jachtpartij zal worden gedood.

3de Akte
De Rijndochters zwemmen rond in de zonovergoten rivier als Siegfrieds hoorngeschal diens komst aankondigt. De nimfen plagen de held dat hij niets gevangen heeft en bieden aan om hem in ruil voor de Ring wat wild te bezorgen. Als hij dit voorstel afslaat, waarschuwen zij hem dat hij die dag zal sterven als hij de Ring niet aan hen geeft. Hij laat zich echter geen vrees inboezemen en weigert de Ring af te staan.
De rest van het jachtgezelschap voegt zich bij hem voor een rustpauze en Siegfried vertelt zijn levensgeschiedenis. Op het cruciale ogenblik geeft Hagen hem een nieuwe toverdrank die maakt dat hij zich weer herinnert hoe de Woudvogel hem de weg wees naar Brünnhilde. Nadat hij heeft verteld hoe hij haar wekte, cirkelen er plotseling twee raven boven zijn hoofd, die dan wegvliegen naar de Rijn. ‘Weet jij ook wat die raven zeggen?’ vraagt Hagen. Terwijl Siegfried de vogels na staat te turen, plant de Nibelungenzoon zijn speer in de rug van de held.
In de Gibichungenburcht wacht Gutrune ongeduldig Siegfrieds terugkeer af, maar zij ziet in plaats daarvan een rouwstoet naderen. Als Siegfrieds lijk wordt binnengebracht, houdt zij Gunther voor de moordenaar die op zijn beurt Hagen als de schuldige aanwijst. Deze zegt vol trots dat hij Siegfrieds meineed heeft gewroken en eist als beloning de Ring op. Gunther wil dit beletten en wordt in het hierna volgende zwaardgevecht door zijn halfbroer gedood. Net als Hagen de Ring van Siegfrieds vinger wil pakken, verheft diens dode arm zich dreigend.
Terwijl allen ontzet toekijken, verklaart Brünnhilde dat zij, Siegfrieds ware vrouw, nu alles weet en gekomen is om zich te wreken. Ze schuift de Ring aan haar vinger en geeft de Rijndochters opdracht deze uit haar as te verwijderen. Aan de oever van de Rijn laat ze een grote brandstapel oprichten die ze, als Siegfrieds lijk erop is gelegd, met een fakkel aansteekt. Op haar paard Grane rijdt ze de vlammen in om zich met Siegfried te verenigen. Tegelijkertijd is de Rijn krachtig buiten zijn oevers getreden en als de Rijndochters op een machtige golf boven de brandstapel verschijnen, stort Hagen zich in het kolkende water om de Ring te bemachtigen. Onmiddellijk wordt hij door twee nimfen de diepte in gesleurd terwijl de derde jubelend de Ring in de hoogte houdt.
Nadat de Rijn in zijn bedding is teruggekeerd, bereiken de vlammen Walhalla waar de goden en helden roerloos bijeengezeten door het vuur worden verslonden.